Een bloedhete zondag. Wat doe je dan als het te heet wordt zowel op zolder achter je laptop als in tuin, met het ontspannende boek? Je zoekt de koelte van een prachtig museum op.
Vandaag besloot ik, ondanks de treinreis van 45 minuten en de hitte, een bezoekje te brengen aan het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden, waar tot 26 augustus een zeer bijzondere archeologische vondst te zien is. Twee jaar geleden werd langs de A50 bij Nistelrode in Brabant een gave bronsschat gevonden, uit de Romeinse tijd. Dertig stuks tafelgerei, waarschijnlijk allemaal bedoeld voor het schenken van wijn bij een feestelijke maaltijd: kannen, schalen, mengbokalen, zeven, scheplepels.
Alle dertig stuks zijn in het RMO opgesteld, je wordt er werkelijk stil van. Ik vroeg me af waarom nu toch die zeven nodig waren, maar al snel werd dat me duidelijk. De wijn in de tijd werd op smaak gemaakt met honing en kruiden, en om die kruiden en het bezinksel weer uit de drank te verwijderen werd de wijn door de zeven gegoten. Een van de zeven past precies in de bijpassende pan, de set zou werkelijk niet misstaan bij een zaak als Potten en Pannen.
In de grote kommen werd de wijn volgens goed Romeins gebruik gemengd met water, waarna de prachtige ‘casserolles’ dienden om de wijn uit de kommen in de bekers of glazen te scheppen. Het drinken van niet-aangelengde wijn gold als barbaars, niet beschaafd en dus niet Romeins.
Hoe kwam zo’n prachtig servies in de bodem van Nistelrode terecht? Je kunt daar je eigen verhaal bij bedenken; het museum stelt het ongeveer zo. Circa 280 na Christus is het onrustig langs de Romeinse rijksgrens. Wilde Germaanse stammen dringen steeds verder door in ‘beschaafde’ gebieden. De grens wordt gevormd door de Rijn, overblijfselen van de forten bij onder andere Utrecht, Woerden en Leiden getuigen daar nog steeds van. De Rijn wordt in de derde eeuw na Christus echter steeds vaker overgestoken. Een rijke herenboer in het gebied ten zuiden van de grens – in het huidige Brabant – vertrouwt het niet langer en besluit met zijn gezin naar het veilige Gallië te trekken. Zijn prachtige bronzen servies kan hij niet meenemen. Hij besluit zijn bezit te begraven, in de hoop het op een goede dag weer op te kunnen halen. Helaas, pas 1724 jaar later zullen opgewonden archeologen weer een blik op zijn kostbare huisraad werpen. Al die jaren heeft het veilig in de vochtige veengrond gelegen, nauwelijks aangetast door roest of plunderaars. Om anno 2006 de liefhebber van oudheden en wijngeschiedenis te verbazen door zijn gaafheid en het intrigerende verhaal dat achter dit servies steekt.
Geïnteresseerd in wijn in de Romeinse tijd? Lucette Faber schreef er enige jaren geleden een mooi boekje over, met prachtige illustraties, getiteld Wijn, wijn, wijn. Antiquarisch is het vast nog te vinden.
De foto boven toont de prachtige zeef met bijpassende uitlekpan, de foto onder een casserolle of scheplepel.